boekhandel over het water logo

De inspirerende boekhandel in Amsterdam-Noord

Blog

20 april 2019

‘Dat is het verschil tussen mij en Houellebecq’

Geen eierdopjes, wel oordopjes

De meest gestelde vraag vantevoren was: ‘hoe heb je dat voor elkaar gekregen, Buwalda in je winkel?’ Het antwoord is even saai als voor de hand liggend: Ik heb het gewoon gevraagd. Peter Buwalda zei meteen ‘ja’. Dat was vorige zomer al, toen zijn boek voor het eerst werd voorgesteld aan de verzamelde boekhandelaren in het mooie pand van zijn uitgeverij, De Bezige Bij.

Ruim driewart jaar later en ruim een maand na het verschijnen van Otmars Zonen was het zover. Vorige week zaterdag kwam Peter Buwalda naar de winkel, in de week ervoor had ik in vliegende vaart zijn boek gelezen. Dat kan ook bij Otmars zonen, het leest als de Shinkansen onder de boeken. Je slaat het boek open, leest de eerste zinnen en vertrokken ben je. Niet in de richting van Tokio, maar Sakhalin, het nabijgelegen Siberischeschiereiland. Daar staat Ludwig te wachten op iemand met wie hij een taxi zal delen en de lezer heeft een virtual reality-bril op gekregen en staat naast Ludwig te wachten. Echt. Zo beeldend en afgewogen in beschrijving schrijft Buwalda dat je het gevoel hebt dat je om je heen kunt kijken in zijn landschap. Hij beschrijft niet, hij schépt.

Ik vroeg daarom of hij de omgeving voor zich ziet als hij schrijft. Of hij het navertelt of juist aankleedt. Aankleden, is zijn antwoord. Dat is het ambacht van de schrijver: dat je een beeld opbouwt tot je precies genoeg verteld hebt aan de lezer. En doet hij dan ook dingen voor, vraag ik. Probeert hij dingen uit? Zoals je als lezer soms een beschreven gezichtsuitdrukking overneemt. Ja, dat doet hij. Hij heeft uitgeprobeerd hoe je voorzichtig een oordopje uit andermans oor trekt, zijn vriendin kan dat beamen. Hij doet het nog eens voor.

Een van de plekken die hij zo neerzet dat je er zelf in kan rondlopen is het huis van Otmar, de stiefvader van hoofdpersoon Ludwig. Een oud huis met krakende vloeren en vol muziekinstrumenten. Otmar is mijn favoriete personage. Buwalda heeft zijn karakter gelaagd neergezet: hij is voor Ludwig de goede vader die hij vooPeter Buwalda bij Over het waterr zijn eigen kinderen niet kan zijn en tegelijkertijd worstelt Otmar daarmee. Otmar ligt ook Buwalda na aan het hart, precies vanwege zijn complexe, menselijke trekken. ‘Otmar is het verschil tussen Houellebecq en mij,’ zegt hij. Dat klopt precies qua wereldbeeld, maar Buwalda schrijft beter, eerijk is eerlijk.

Ook al kun je een spanningsboog zien in Otmars zonen, en heeft Buwalda het boek zo geschreven dat het ‘af’ is in zijn eentje, toch sprak ik al lezers die met smart wachten op het volgende deel. Buwalda verwacht dat het over twee tot twee-en-een-half jaar klaar is. Even wachten dus nog!

Het publiek lieten we niet langer wachten. Buwalda ging signeren, ik kwam even bij van de zenuwen. Wat een geslaagde middag was het!

03 april 2019

‘Ik heb ook een keer een boek gekocht’

boekentafel

Op mijn eerste werkdag in een boekhandel, Boekhandel Roelants in Nijmegen, ontdekte ik waarom het werk zo leuk is: je mag de hele dag met mensen over boeken praten.

Dat vind ik nog steeds het leukste aspect aan mijn beroep (daarom gaan we dat dit voorjaar nóg meer doen). Maar andere gesprekken in de winkel, die niet over een boek gaan, zijn ook niet te versmaden.

Toen de winkel net bestond, stapte eens een man binnen. In het binnenlopen keek hij om zich heen en vroeg meteen: ‘Wat is dit voor een winkel?’
‘Een schoenwinkel.’
Zijn voortgang stuitte. Hij keek nog eens om zich heen, keek mij ongelovig aan. ‘Nèèèè.’

Het is nu zo’n 5,5 jaar later, maar ik denk er nog geregeld aan. Zo ook vanmorgen.

Om 2 voor 10 stond er iemand aan de deur te rukken. Ik opende voor haar. ‘Verkoopt u ook kranten?’
‘Ja.’
Ze rekende meteen af. Tijdens het afrekenen vroeg ze: ‘Verkoopt u ook nog boeken?’
Ik keek voor de zekerheid even om me heen. De boeken waren niet overnacht verdwenen.
‘Wat zegt u?’
‘Verkoopt u ook nog boeken?’
‘Nee, alleen nog maar schoenen,’ zei ik.
Ze lachte er hartelijk om, gelukkig.

Er zijn veel mensen die volgens gelijke lijnen als deze mevrouw denken. Een boekhandel beginnen, in deze tijden van ontlezing? Van Bol? Van de e-reader? In Noord?

Ik begrijp de scepsis wel. In het begin kwam er een vrouw van middelbare leeftijd kijken. Tevreden zei ze tegen me: ‘Weet u, ik heb ook een keer een boek gekocht.’ Toch was ik toen vol vertrouwen dat het zou gaan lukken en nu, 5,5 jaar later, blijkt dat vertrouwen gegrond te zijn. We hebben een nog steeds groeiende, zeer diverse klantenkring, de boekhandel is financieel gezond en de afgelopen boekenweek was de beste ooit.

Ik heb zelfs het vermoeden dat ik afgelopen week een boek heb besteld voor de vrouw die ‘ook een keer een boek gekocht’ had… De schoenen laat ik nog even voor wat ze zijn, ik hou het bij boeken. Kun je ook veel leukere gesprekken over voeren.

14 maart 2019

Radiosignalen 3: Soms moet je je ongelijk bekennen

radiosignalen

Het is een regenachtige donderdagochtend. Ik heb mijn to-do-lijstje gemaakt. Ik heb gezien dat ik niet hoef af te wassen, want dat heeft geweldige collega Roxanne al gedaan. Op mijn dagschema is nog ruimte voor ‘Iets met Inhoud.’ Ik struin door de winkel op zoek naar inhoud, pak een boek om een bandje voor te maken.

Ineens valt mijn oog op Moord op de moestuin van Nicolien Mizee. Misschien moet ik dat toch eens proberen…

Lang geleden, ik bedacht me gisteren in de bus dat het bijna 20 jaar geleden moet zijn geweest, of misschien ruim 15, hoorde ik een interview met Mizee. Wat een bizar lange tijd is dat, meer dan anderhalf decennium, terwijl ik haar stem nog in mijn hoofd hoor en de luisterervaring me nog zo helder voor de geest staat. ‘Wat een vreselijk mens,’ dacht ik toen. ‘Verschrikkelijk. Daar ga ik principieel nooit wat van lezen.’

Meer dan anderhalf decennium is best lang om een principe aan te hangen gebaseerd op 1 interview (als het over het klimaat gaat is het een ander geval…).moord op de moestuin nicolien mizee

Moord op de moestuin werd verkozen tot boek van de maand. ‘Wat vind jij ervan?’ appte Roxanne. ‘Haha,’ appte ik terug, mij nog onbewust van de daadwerkelijke lengte van mijn principiële keuze. Om mij heen zeiden steeds meer mensen: ‘Nee, maar die Mizee moet je echt eens lezen. Die faxen aan Ger zijn heel goed.’ ‘Jaja,’ dacht ik. ‘Ik weet het wel,’ dacht ik.

Gisteren stuitte ik op de podcast Met Groenteman in de kast: interviews van Gijs Groenteman in de archiefkast van de Volkskrant. Ik hou van Groentemans interviewstijl. En dit format is fantastisch: ongeveer 1 uur interview zonder muziekjes, rubriekjes of andere vaste formatjes.

Hij interviewde Mizee op 15 februari (afl. 66) en ik luisterde vol overgave. ‘Wat een leuke dingen zegt die vrouw! En ze heeft dezelfde mening over Agatha Christie als ik! En over kleren! En over dure tassen!’

Dus pakte ik vanmorgen Moord op de moestuin op. Met angst en beven, want nu waren de verwachtingen ineens hooggespannen. Het was doodstil in de winkel. Ik had een gat in mijn to-do-lijstje. Ik ging gewoon even lezen. Het water testen.

Na 5 bladzijden wist ik dat ik mijn ongelijk moest bekennen. Mizee is inderdaad een fantastische schrijfster. Moord op de moestuin is écht een boek voor mij. Ik heb al 2x hardop gegrinnikt en al 2 zinnen overwogen om naar de Tzumprijs te sturen en wat een pech dat ik in de boeken van de winkel niets kan aanstrepen.

‘Lekker leesweer,’ zei ik tegen een klant die de regen trotseerde. Misschien neem ik het er zelf ook nog even van…

Radiosignalen 2 kun je hier teruglezen.