boekhandel over het water logo

De inspirerende boekhandel in Amsterdam-Noord

09 mei 2022

Eervolle vermelding schrijfwedstrijd: ‘De Ui’ van Simon Govers

In de Boekenweek hielden we bij Boekhandel Over het water een schrijfwedstrijd: schrijf over je eerste boekenliefde. Uit de vele inzendingen kozen juryleden Lot Douze en Jeanet van Omme het titelloze verhaal van Nynke van der Beek als winnaar uit. Dat kun je hier lezen. Het juryrapport vind je hier. De jury deed ook twee eervolle vermeldingen, namelijk van de inzendingen van Simon Govers en Marianne Janssen. Simon Govers’ verhaal lees je hieronder.

De UI

Gedoucht en tandengepoetst, pyjama aan en klaar om naar bed te gaan. Op handen en voeten ren ik naar zolder, als een kleine leeuw. Mama loopt me achteraan om nog een kus te geven. ‘Welterusten lieverd’, zegt ze terwijl ze de deur dicht doet.

Rustig wacht ik af. Haar voetstappen gaan de trap af, het licht gaat uit, het is donker. Al snel zien mijn ogen weer de contouren van legosteentjes. Ik besluit tot 30 te tellen. Een, twee, drie, vier… Bij 20 vind ik dat het zo ook wel goed is. Terwijl mijn hart razendsnel tekeergaat sluip ik zo stil mogelijk uit bed.

De deur piept, de vloer kraakt en mijn hart bonst. Met een paar flinke passen ben ik bij de kamer van mijn grote broer. Terwijl ik met rechts de deur openduw trekt mijn linkerhand snel de pyjamatrui voor mijn neus. De kindershampoo verbloemt de vieze geur van opgebrande sigaretten. Gelijk rechts is hij dan: de boekenkast.

Tussen de filosofische en historische werken weet ik precies waar ik kijken moet. Linksonder, eerste plank. Daar ligt de boekenserie van Narnia waar ik aan begonnen was. Als ik deze open sla dan weet ik eindelijk wat er gebeurt met de heks die naar onze wereld is gebracht. Ik pak het ezelsoortje, hier keek ik de hele dag naar uit…

Voor me zie ik hoe de heks woest zwaait met een lantaarnpaal. Met de magische ringen krijgen haar in een nieuwe wereld. Wat nu? Mijn ogen vliegen over de bladzijden. Langzaam snap ik de film die we in de bioscoop hebben gezien beter. De oorsprong van het land, de kwade heks, de vreemde professor, zelfs de onmogelijke kleerkast! Alles komt samen, ik kijk verwonderd voor me uit. Dan wrijf ik het slaapzand uit mijn ogen en, lees ik door.

Die nacht droom ik over de gevechten van de heks. De schooldag erop filosofeer ik over alle andere werelden die er mogelijk bestaan. De juf begrijpt me niet dus ik houd het voor mezelf. Ook door de opvolgende weken maak ik zondagsschool, schreeuwende broers of de tafels van 7 maar half mee. Met een trouw paard rijd ik over de velden, met een schip bevaar ik de woeste zee, of ik vlieg, op de rug van Aslan zelf.

Het is een paar weken later en het lichtknopje gaat weer uit. Ik tel tot tien en ren zoals elke avond naar de andere kamer om het laatste deel uit te lezen.

‘Ik begrijp het… in iedere wereld wéér een wereld, in iedere Narnia wéér een Narnia…’ ‘Ja,’ zei Meneer Tumnus, ‘Net als bij een ui: alleen is, als je verder naar binnen gaat, iedere ring juist groter dan de vorige.’

Dan strompelt mijn broer opeens dronken zijn kamer binnen. ‘Hey, wat doe jij hier? Moet je niet slapen?!’ Hij neemt een hijs en ziet dan het boek. Nog in shock kijk ik hem verstijfd aan. Dan verschijnt er een subtiele lach op zijn gezicht: ‘Ben je al zó ver?’

Simon Govers