Tumultueuze bespreking van Tegen verkiezingen
De non-fictie leesclub besprak Tegen verkiezingen, het polemische boekje van David van Reybrouck. Het verscheen 4 jaar geleden al, maar is nu voor de verkiezingen bijgewerkt en goedkoper uitgegeven. We bewaarden deze titel voor de verkiezingstijd en gezien de opkomst leeft Van Reybroucks onderwerp enorm.
De discussie was levendig, soms zelfs fel. Het bleek dat het moeilijk is over dit boek een opbouwende discussie te voeren.
Voor een discussie is het boek van Van Reybrouck op een bepaalde manier heel lastig. Met Tegen verkiezingen wil Van Reybrouck de knuppel in het hoenderhok gooien. Die polemische insteek heeft ervoor gezorgd dat hij uiteindelijk niet heel helder over het voetlicht brengt hoe een lotingssysteem er volgens hem uit zou moeten zien. Hij geeft heel diverse voorbeelden. Dat leidt ertoe dat een princpiële discussie over de voor- en nadelen van het lotingssysteem direct verzandt in de praktische uitwerking: wel of geen vrijwillige loting, hoeveel organen loten, wat is de status van de voorstellen die de commissies doen, hoe wordt dat voorgelegd aan het volk.
Bij elke fundamentele keuze die je, bijvoorbeeld ten behoeve van de discussie, zou willen maken (vrijwillige loting, bijvoorbeeld) is meteen aan te voeren dat Van Reybrouck dat niet als voorwaarde stelt. Daarmee wordt het moeilijk te komen tot een gedegen afweging van loting tegenover verkiezingen, op Van Reybroucks belangrijkste peilers. Hij noemt: legitimiteit, efficiëntie en het dempen van de “aristocratische” invloed.
In de groep werd duidelijk dat iedereen het boek van Van Reybrouck urgent vindt, omdat men het gevoel deelt dat er iets mis is met ons politieke systeem. Het is jammer dat Van Reybrouck zijn analyse van het deficit van de huidige democratie ondergeschikt maakt aan de door hem geboden oplossing: loting. De oorzaak van het probleem van de huidige democratie legt Van Reybrouck namelijk voor een belangrijk deel neer bij de opkomst van de commerciële en sociale media (Zie de delen ‘symptomen’ en ‘diagnoses’, o.a. p. 19, 39, 47, 55). Wanneer het gaat om expliciet toekennen van oorzaken en oplossingen komen echter opeens verkiezingen bovendrijven als wortel van het probleem.(p. 58 en vanaf 77)
Bij de alternatieven die Van Reybrouck bepleit wordt de factor media echter nauwelijks besproken. Behalve bij één voorbeeld: het Ijslandse voorbeeld. In het Ijslandse voorbeeld buigt een kleine commissie van een selecte groep gekozen burgers zich over een concreet vraagstuk, aan de hand van adviezen van 1000 burgers. (p. 118-119) Bij de commissievergaderingen speelt het contact met de andere burgers een grote rol. Via de sociale media worden updates en tussenvoorstellen voorgelegd aan alle Ijslanders, die mogen reageren.
Uiteindelijk kwam een nieuwe wettekst tot stand. Deze werd in een refendum aan de bevolking voorgelegd en met een ruime meerderheid aangenomen. De sociale media waren daarmee onderdeel geworden van het bestuursproces. Het bestuursproces was transparant en inzichtelijk geworden en de Ijslandse burgers reageerden daar betrokken en positief op.
De groep, die het boek bespreekt, vindt het Ijslandse voorbeeld het meest inspirerend, dat is al snel duidelijk. De Ijslandse vorm is echter totaal hybride. Het heeft elementen van een zwaar technocratisch, ik zou haast aristocratisch zeggen, proces. De commissie had een zware vertegenwoordiging van burgers met een gedegen hoeveelheid kennis en status. De samenstelling ervan was een verkiezing uit een groep mensen die zichzelf kandidaat gesteld hadden. Dat lijkt sterk op ons huidige kiesstelsel. Tot slot werd ook de directe democratie ingezet, in de vorm van het referendum.
Van belang voor het vertrouwen van de burger, in dit geval de nonfictieleesclub, maar Van Reybrouck hint ook op de Ijslanders zelf, was de transparantie van het proces, het gevoel dat ze de hele tijd konden meepraten en invloed uitoefenen. (Hierbij moet worden opgemerkt dat Ijsland qua inwoners iets kleiner is de stad Utrecht en qua oppervlakte wat groter dan Oostenrijk-dat zegt iets over de schaalgrootte van zo’n project)
De positieve beoordeling van vrijwel de gehele groep maakt duidelijk dat de burger behoefte heeft aan een verandering in het systeem, maar of het boek van Van Reybrouck meer doet dan dit gevoel op de agenda zetten, betwijfel ik. Ik vraag me zelfs af of het naar voren schuiven van loting als oplossing de discussie niet eerder in de weg zit, dan verder helpt.