Lockdown-verhalen
Opdat jullie op basis van het hierna volgende niet denken dat de lockdown alleen maar leuk is, eerst de alledaagse werkelijkheid:
We zijn stil aan het werk. Ik zit mail te beantwoorden, Aby staat achter de balie facturen te maken. De levering is er nog niet, er is een berg digitaal werk. Het is de stilte voor de storm van inpakken, klaarleggen, logistiek. Je bent nog niet moe, het is al wel druk en je weet dat het straks drukker, chaotischer en vermoeiend wordt.
Aby zucht. ‘Ik vind dit niet leuk, Lot.’
‘Ik ook niet, Aby.’
Het is weer even stil.
Dan zegt Aby: ‘Nee, als we dit leuk vonden waren we wel bij Bol gaan werken.’
Koerier Wieka vorige week tegen mij: ‘Slaap je al wat beter?’
Ik: ‘Mwah.’
Wieka: ‘Nee, ik zie het.’
Maar ook: ik ga aan het eind van de middag bij een klant langs, die van verschillende mensen buiten Amsterdam boeken via ons cadeau krijgt. Ik ga ze bezorgen. Op een donkere kade, met een arm vol boeken zing ik ‘Lang zal ze leven’ voor de klant. Ze staat te stralen in haar deuropening.
Er is een meneer uit Diemen, die een boek van ons krijgt. Verkeerd geadresseerd. En ook nog zonder naam. Terwijl ik me in de winkel steeds roder schaam, loopt hij kriskras door de straat om bij buren na te vragen of het boek misschien voor hen is. ‘Nee, hij is het ook niet. Hij heeft zijn vrouw nog even gebeld, maar zij weet ook van niks.’
‘Ja, u kent me nu wel,’ zegt hij vrolijk bij de derde keer bellen, ‘maar hopelijk bel ik u nu voor het laatst.’ Tot en met de laatste keer bellen blijft hij vriendelijk en opgewekt. Hij geeft de dag een glimlach.
Veel hoogbouw in Noord hebben we al bezocht. Bij sommige komen we elke week. We beginnen de gebruiksaanwijzingen te kennen.
Koerier Mirella aan de telefoon: ‘Lot, ik heb het in die boekenkast onder de trap gezet, zoals je had gezegd. Maar nu zit ik opgesloten.’
‘Oh… Ja! Die deur heeft een draaiknop.’
‘Oh, nou je het zegt… ik ben buiten!’
Het pakket dat per ongeluk bij de buren was bezorgd. De klant mailt: ‘Ken je die huisgenoot van Hugh Grant uit Notting Hill? Zo is onze buurman. Hij deed open in zijn onderbroek.’ Ik heb meteen een plaatje.
‘Hij had geen idee waarom hij het pak kreeg, maar had het wel uitgepakt.’ Alle boeken kwamen toch nog bij de klant.
Combineren van zorg voor de kinderen en werk leidt tot helpen in de winkel. Lezen in de etalage, maar ook een moeder-zoon-inpakstraatje . Ondertussen praten we over postcodes, routes en de worteling van de winkel én hem in de buurt: ‘Kijk, dit boek gaat naar het huis van Anna, en dit boek gaat naar het huis waar Anna eerder woonde. Deze boeken gaan naar het huis waar Thomas vroeger woonde… En deze boeken gaan naar het huis van Benno.’ Daarop plakt hij de factuur extra netjes, want Benno is zijn vriend.
Twee keer had ik een blind date met onbekende klanten uit het centrum. Bij de metro en bij de pont.
‘Ik heb een gele fiets met een blauw bakje.’ ‘Goed. Ik heb een rode muts op.’
Bijna net zo spannend als een echte blind date. (Denk ik. Nog nooit gedaan. Ik hou me aanbevolen ;-))
Als dank en opstekertje gooide vaste klant Jacqueline (van Antiquariaat Digitalis) een boek met prachtige illustraties door de bus. Ik sla het open. Het eerste hoofdstuk heet, hoe toevallig, ‘Ik ben bij je.’ Verderop dit plaatje van een vliegende eend in de avondzon. Zo gedragen door zon en wind voel ik me door jullie.