‘Elke keer als je jezelf op je bek hebt geholpen, heb je leren opkrabbelen.’
‘Mijn gedachten gaan meteen weer naar Yuri. Dan wil ik hem zeggen dat ik hoop dat hij zich ondanks de opgezochte tegenslagen staande houdt. Elke keer als je jezelf op je bek hebt geholpen, heb je leren opkrabbelen, elke keer als je dacht dat je iets van levensbelang door je vingers liet glippen, werd je beter in loslaten.’
Deze zinnen zijn van Carolina Trujillo. Ze komen uit haar NRC-column over Epke Zonderland en Yuri van Gelder. Ik lees haar column graag vanwege die brutale, rake zinnen, wijs en eigenwijs tegelijk.
Carolina Trujillo woont om de hoek bij de winkel. Zo nu en dan steekt ze haar neus om de deur. Zo ook vorige week. Ze had een restant van haar laatste boek, konden we daar misschien iets me in de winkel? Wel eerst even lezen, natuurlijk, vond ze en stak me een exemplaar van Meisjes in blessuretijd toe.
Meisjes in blessuretijd is een bundeling van haar verhalen uit Hard Gras, voetbaltijdschrift voor lezers. Daar heeft ze ook een column in, waarvan ik er eentje met veel plezier voorlas tijdens de wandeling Schrijfsters in Noord. Ik verheugde me dus op het lezen.
Dat was terecht. Trujillo schrijft bruut, grappig en erudiet over haar Uruguyaanse moeder en voetbal en alles wat daartussen past, van coke snuiven tot een taalkundige zoektocht. Elke zin is een feestje en de bokkesprongen in haar vertelstructuur zetten je steeds op het verkeerde been.
Meisjes in blessuretijd ligt daarom in dikke stapels. Trakteer jezelf op Zuid-Amerikaanse rauwe flair.