‘Dat is het verschil tussen mij en Houellebecq’
Geen eierdopjes, wel oordopjes
De meest gestelde vraag vantevoren was: ‘hoe heb je dat voor elkaar gekregen, Buwalda in je winkel?’ Het antwoord is even saai als voor de hand liggend: Ik heb het gewoon gevraagd. Peter Buwalda zei meteen ‘ja’. Dat was vorige zomer al, toen zijn boek voor het eerst werd voorgesteld aan de verzamelde boekhandelaren in het mooie pand van zijn uitgeverij, De Bezige Bij.
Ruim driewart jaar later en ruim een maand na het verschijnen van Otmars Zonen was het zover. Vorige week zaterdag kwam Peter Buwalda naar de winkel, in de week ervoor had ik in vliegende vaart zijn boek gelezen. Dat kan ook bij Otmars zonen, het leest als de Shinkansen onder de boeken. Je slaat het boek open, leest de eerste zinnen en vertrokken ben je. Niet in de richting van Tokio, maar Sakhalin, het nabijgelegen Siberischeschiereiland. Daar staat Ludwig te wachten op iemand met wie hij een taxi zal delen en de lezer heeft een virtual reality-bril op gekregen en staat naast Ludwig te wachten. Echt. Zo beeldend en afgewogen in beschrijving schrijft Buwalda dat je het gevoel hebt dat je om je heen kunt kijken in zijn landschap. Hij beschrijft niet, hij schépt.
Ik vroeg daarom of hij de omgeving voor zich ziet als hij schrijft. Of hij het navertelt of juist aankleedt. Aankleden, is zijn antwoord. Dat is het ambacht van de schrijver: dat je een beeld opbouwt tot je precies genoeg verteld hebt aan de lezer. En doet hij dan ook dingen voor, vraag ik. Probeert hij dingen uit? Zoals je als lezer soms een beschreven gezichtsuitdrukking overneemt. Ja, dat doet hij. Hij heeft uitgeprobeerd hoe je voorzichtig een oordopje uit andermans oor trekt, zijn vriendin kan dat beamen. Hij doet het nog eens voor.
Een van de plekken die hij zo neerzet dat je er zelf in kan rondlopen is het huis van Otmar, de stiefvader van hoofdpersoon Ludwig. Een oud huis met krakende vloeren en vol muziekinstrumenten. Otmar is mijn favoriete personage. Buwalda heeft zijn karakter gelaagd neergezet: hij is voor Ludwig de goede vader die hij voor zijn eigen kinderen niet kan zijn en tegelijkertijd worstelt Otmar daarmee. Otmar ligt ook Buwalda na aan het hart, precies vanwege zijn complexe, menselijke trekken. ‘Otmar is het verschil tussen Houellebecq en mij,’ zegt hij. Dat klopt precies qua wereldbeeld, maar Buwalda schrijft beter, eerijk is eerlijk.
Ook al kun je een spanningsboog zien in Otmars zonen, en heeft Buwalda het boek zo geschreven dat het ‘af’ is in zijn eentje, toch sprak ik al lezers die met smart wachten op het volgende deel. Buwalda verwacht dat het over twee tot twee-en-een-half jaar klaar is. Even wachten dus nog!
Het publiek lieten we niet langer wachten. Buwalda ging signeren, ik kwam even bij van de zenuwen. Wat een geslaagde middag was het!