boekhandel over het water logo

De inspirerende boekhandel in Amsterdam-Noord

Blog

11 maart 2017

Tumultueuze bespreking van Tegen verkiezingen

tegen verkiezingen david van reybrouck

De non-fictie leesclub besprak Tegen verkiezingen, het polemische boekje van David van Reybrouck. Het verscheen 4 jaar geleden al, maar is nu voor de verkiezingen bijgewerkt en goedkoper uitgegeven. We bewaarden deze titel voor de verkiezingstijd en gezien de opkomst leeft Van Reybroucks onderwerp enorm.

De discussie was levendig, soms zelfs fel. Het bleek dat het moeilijk is over dit boek een opbouwende discussie te voeren.


Voor een discussie is het boek van Van Reybrouck op een bepaalde manier heel lastig. Met Tegen verkiezingen wil Van Reybrouck de knuppel in het hoenderhok gooien. Die polemische insteek heeft ervoor gezorgd dat hij uiteindelijk niet heel helder over het voetlicht brengt hoe een lotingssysteem er volgens hem uit zou moeten zien. Hij geeft heel diverse voorbeelden. Dat leidt ertoe dat een princpiële discussie over de voor- en nadelen van het lotingssysteem direct verzandt in de praktische uitwerking: wel of geen vrijwillige loting, hoeveel organen loten, wat is de status van de voorstellen die de commissies doen, hoe wordt dat voorgelegd aan het volk.

Bij elke fundamentele keuze die je, bijvoorbeeld ten behoeve van de discussie, zou willen maken (vrijwillige loting, bijvoorbeeld) is meteen aan te voeren dat Van Reybrouck dat niet als voorwaarde stelt. Daarmee wordt het moeilijk te komen tot een gedegen afweging van loting tegenover verkiezingen, op Van Reybroucks belangrijkste peilers. Hij noemt: legitimiteit, efficiëntie en het dempen van de “aristocratische” invloed.

In de groep werd duidelijk dat iedereen het boek van Van Reybrouck urgent vindt, omdat men het gevoel deelt dat er iets mis is met ons politieke systeem. Het is jammer dat Van Reybrouck zijn analyse van het deficit van de huidige democratie ondergeschikt maakt aan de door hem geboden oplossing: loting. De oorzaak van het probleem van de huidige democratie legt Van Reybrouck namelijk voor een belangrijk deel neer bij de opkomst van de commerciële en sociale media (Zie de delen ‘symptomen’ en ‘diagnoses’, o.a. p. 19, 39, 47, 55). Wanneer het gaat om expliciet toekennen van oorzaken en oplossingen komen echter opeens verkiezingen bovendrijven als wortel van het probleem.(p. 58 en vanaf 77)

Bij de alternatieven die Van Reybrouck bepleit wordt de factor media echter nauwelijks besproken. Behalve bij één voorbeeld: het Ijslandse voorbeeld. In het Ijslandse voorbeeld buigt een kleine commissie van een selecte groep gekozen burgers zich over een concreet vraagstuk, aan de hand van adviezen van 1000 burgers. (p. 118-119) Bij de commissievergaderingen speelt het contact met de andere burgers een grote rol. Via de sociale media worden updates en tussenvoorstellen voorgelegd aan alle Ijslanders, die mogen reageren.
Uiteindelijk kwam een nieuwe wettekst tot stand. Deze werd in een refendum aan de bevolking voorgelegd en met een ruime meerderheid aangenomen. De sociale media waren daarmee onderdeel geworden van het bestuursproces. Het bestuursproces was transparant en inzichtelijk geworden en de Ijslandse burgers reageerden daar betrokken en positief op.

De groep, die het boek bespreekt, vindt het Ijslandse voorbeeld het meest inspirerend, dat is al snel duidelijk. De Ijslandse vorm is echter totaal hybride. Het heeft elementen van een zwaar technocratisch, ik zou haast aristocratisch zeggen, proces. De commissie had een zware vertegenwoordiging van burgers met een gedegen hoeveelheid kennis en status. De samenstelling ervan was een verkiezing uit een groep mensen die zichzelf kandidaat gesteld hadden. Dat lijkt sterk op ons huidige kiesstelsel. Tot slot werd ook de directe democratie ingezet, in de vorm van het referendum.

Van belang voor het vertrouwen van de burger, in dit geval de nonfictieleesclub, maar Van Reybrouck hint ook op de Ijslanders zelf, was de transparantie van het proces, het gevoel dat ze de hele tijd konden meepraten en invloed uitoefenen. (Hierbij moet worden opgemerkt dat Ijsland qua inwoners iets kleiner is de stad Utrecht en qua oppervlakte wat groter dan Oostenrijk-dat zegt iets over de schaalgrootte van zo’n project)

De positieve beoordeling van vrijwel de gehele groep maakt duidelijk dat de burger behoefte heeft aan een verandering in het systeem, maar of het boek van Van Reybrouck meer doet dan dit gevoel op de agenda zetten, betwijfel ik. Ik vraag me zelfs af of het naar voren schuiven van loting als oplossing de discussie niet eerder in de weg zit, dan verder helpt.

17 februari 2017

Vakantie: uitverkoop en Grijze jager-actie

Vandaag begint de vakantie. Een uitgelezen moment om ongelezen boeken in te slaan. En dat kan heel goed bij ons!

We hebben veel voor weinig deze weken:

*De uitverkoop is begonnen! Dozen vol mooie literatuur en lekker leesvoer voor kleine prijsjes.

 

*De jeugdklassieker Achtste-groepers huilen niet van Jacques Vriens kost maar 2 EURO. Een speciale actie in het kader van Geef mij maar een boek!

 

*De hele Grijze Jager-serie kost 10 weken lang maar 10,- per deel! Hét moment om ontbrekende delen in te slaan.

 

Vandaag (17/2) trakteer ik ook nog op koekjes van de Bakkerszonen (zolang de voorraad strekt). Verse leestips heb ik ook. Ik heb een paar prachtige boeken gelezen in januari.

11 februari 2017

Mijmeringen bij een getekende brief

getekende brieven peter vos

Wanneer je bent opgegroeid in de jaren 80, of toen al volwassen was, ken je het tekenwerk van Peter Vos waarschijnlijk. Ik wel, in ieder geval. Al heb ik er lang over gedaan tot het onderscheid tussen Peter van Straaten en Peter Vos zich in mijn hoofd had verankerd.

Dat gebeurde definitief toen ik het marathoninterview met Peter Vos luisterde. Een leerzame, inspirerende en diep ontroerende ervaring. Het interview is nog te beluisteren als podcast. Hier is de link.

Peter Vos was misschien wel de beste tekenaar van Nederland. Hij blonk uit in het tekenen van dieren. Vooral zijn musjes zijn oogstrelend. Musjes, harlekijnen en andere tekeningen sierden ook zijn brieven. Dat blijkt uit het gisteren verschenen Peter Vos, Getekende brieven. Een adembenemend boek. Een grote selectie uit zijn brieven tussen 1952 en 2005 is full colour afgedrukt, getranscribeerd en geannoteerd. Al bladerend word je jaloers op de ontvangers van de brieven, en treurig. Peter Vos overleed in 2010. We zullen nooit meer ontvangers kunnen worden van zo’n speelse, zorgvuldige, geestige, getekende brief. Gelukkig kunnen we ze nu wel lezen. Het boek is niet goedkoop -49,50- maar elke cent waard.

Bladerend door het boek word ik bevangen door andere gedachten, mijmeringen. Niemand schrijft meer brieven, of toch nauwelijks iemand. En ondanks recente, liefhebbende uitgaven als Brieven van belang van Shaun Usher en Ode aan de brief van Simon Garfield, is er nog geen revival van de brief te bespeuren.

Vreemd eens te meer, omdat ‘schrijven om gezien te worden’ tegenwoordig zo enorm populair is. De boeken over Handlettering vliegen de winkel uit. Google op ‘bullet journaling‘ of ‘art journaling‘ en je vindt instagramaccount na blog na site over mensen die niets heerlijker vinden dan notitiesboekjes vol mooie bladzijden te maken.

Een betekentenis: ik ben besmet met het virus. Als je me lief vraagt, wil ik je mijn journals (ik noem het zibaldones) wel eens laten zien (of beter nog: neem deel aan de verdiepingsgroep alledaagse spiritualiteit. Op 15 februari vertel ik daar over aandacht en journaling en neem ik mijn boekjes mee)

Maar wat me bij het doorbladeren van de brieven van Peter Vos invalt is de vraag waarom we en masse met pennetjes in boekjes krassen, en masse onze krassen op het internet gooien, maar niet geïnteresseerd zijn in het persoonlijk naar elkaar sturen van die krassen. Ja, je hebt meer publiek online, maar de betrokkenheid tussen jou en je publiek is kleiner dan bij een briefschrijver en ontvanger. Het is misschien minder eng om het semi-anoniem in de zee van het web te kieperen en positieve reacties zullen je deel zijn. Maar toch: het is mooi om een tekening, een boodschap maar voor 1 iemand of 1 adres te maken. Gewoon je best doen voor 1 naaste. Dat ís toch prachtig? Bekijk de getekende brieven van Peter Vos maar eens.